Zo werkt zonne-energie
Zonnepanelen vangen de energie en warmte van de zon op en zetten deze om in stroom. Zonnepanelen bestaan uit zonnecellen. Deze zonnecellen zetten zonlicht om in gelijkstroom. De meeste zonnecellen bestaan uit twee dunne laagjes silicium.
Door een kleine hoeveelheid andere elementen aan het silicium toe te voegen heeft de ene laag van het zonnepaneel een teveel aan elektronen, terwijl de andere laag er juist te weinig heeft.
Elektronen zijn negatief geladen elementaire deeltjes die graag van de laag met een overschot naar de laag met het tekort bewegen. De deeltjes hebben niet genoeg energie om zich helemaal los te maken.
Wanneer er zonlicht op het paneel valt wordt de energie uit het licht geabsorbeerd door de overtollige elektronen, waardoor deze vrij raken. Deze vrije elektronen stromen dan in snelle vaart naar de silicium-laag met een tekort aan elektronen. Via elektronische geleiders vinden de elektronen vervolgens hun weg naar de omvormer in de vorm van gelijkstroom.
Van gelijkstroom naar wisselstroom
In ons huis maken we gebruik van wisselstroom. De omvormer zet de aangeleverde gelijkstroom om in wisselstroom en geeft deze af aan het elektriciteitsnet. De meterkast verdeelt de stroom door het huis.
Salderen
Het gebruik van zonnepanelen zorgt voor een directe besparing op de energiekosten. Ook op momenten dat u zelf geen energie verbruikt zullen de zonnepanelen energie opwekken. Het is jammer genoeg niet mogelijk om deze energie op te slaan. Deze overtollige energie wordt daarom naar het energienetwerk geleid en gebruikt door andere huishoudens. Aan het eind van het jaar kun u de energie die de zonnepanelen hebben opgewekt, wegstrepen tegen de energie die u heeft verbruikt. Van uw energieleverancier ontvangt u een vergoeding voor deze teruggeleverde energie. Dat noemen we salderen.
Zo werkt zonne-energie
Zonnepanelen vangen de energie en warmte van de zon op en zetten deze om in stroom. Zonnepanelen bestaan uit zonnecellen. Deze zonnecellen zetten zonlicht om in gelijkstroom. De meeste zonnecellen bestaan uit twee dunne laagjes silicium.
Door een kleine hoeveelheid andere elementen aan het silicium toe te voegen heeft de ene laag van het zonnepaneel een teveel aan elektronen, terwijl de andere laag er juist te weinig heeft.
Elektronen zijn negatief geladen elementaire deeltjes die graag van de laag met een overschot naar de laag met het tekort bewegen. De deeltjes hebben niet genoeg energie om zich helemaal los te maken.
Wanneer er zonlicht op het paneel valt wordt de energie uit het licht geabsorbeerd door de overtollige elektronen, waardoor deze vrij raken. Deze vrije elektronen stromen dan in snelle vaart naar de silicium-laag met een tekort aan elektronen. Via elektronische geleiders vinden de elektronen vervolgens hun weg naar de omvormer in de vorm van gelijkstroom.
Van gelijkstroom naar wisselstroom
In ons huis maken we gebruik van wisselstroom. De omvormer zet de aangeleverde gelijkstroom om in wisselstroom en geeft deze af aan het elektriciteitsnet. De meterkast verdeelt de stroom door het huis.
Salderen
Het gebruik van zonnepanelen zorgt voor een directe besparing op de energiekosten. Ook op momenten dat u zelf geen energie verbruikt zullen de zonnepanelen energie opwekken. Het is jammer genoeg niet mogelijk om deze energie op te slaan. Deze overtollige energie wordt daarom naar het energienetwerk geleid en gebruikt door andere huishoudens. Aan het eind van het jaar kun u de energie die de zonnepanelen hebben opgewekt, wegstrepen tegen de energie die u heeft verbruikt. Van uw energieleverancier ontvangt u een vergoeding voor deze teruggeleverde energie. Dat noemen we salderen.